aideSinds 1931 is l’Entr’Aide des Travailleuses gevestigd op de nummers 167-169 van de Huidevettersstraat.

Vandaag heet het centrum L’Entr’Aide des Marolles. Het centrum biedt hulp op medisch, sociaal en psychologisch vlak. O.N.E. organiseert er consultaties voor zuigelingen en voorts zijn er schrijf- en leeslessen en verschillende andere activiteiten.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde de directrice, Barones Van der Elst (Marie-Thérèse Robyns de Schneidauer), een grote rol bij het redden van talrijke joodse kinderen. Dankzij haar relaties kon zij Joodse ouders overtuigen om de kinderen te plaatsen in onthaalgezinnen of in internaten. In de herfst van 1941 ontving zij er koningin Elisabeth. Zij verstopte o.m. de twee dochterjes van Groot Rabijn Salomon Ullma – voorzitter van VJB – bij haar thuis, een paar dagen na de eerste grote razzia van 3 september 1942. Hij was bang voor represailles omdat hij het voorzitterschap van de Vereniging van Joden in België (VJB) had opgezegd.

Het ‚Kliniekske‘, zoals de inwoners van de Marollen het noemden, kwam de oorlog door zonder dat de bezetter argwaan kreeg van de échte rol die er gespeeld werd als beschermer van de opgejaagde families. De toeloop van honderden kinderen voor medische hulp was de perfecte dekmantel om de reddingsoperaties te verdoezelen.

Haar echtgenote, Baron Van der Elst, was eveneens actief binnen het verzet.  Meer bepaald bij ‚Socrate‘, een groep die hulp bood hen die zich verzetten tegen Verplichte Arbeid.

Bron: Stichting Auschwitz